De steungroepaanpak
Wanneer een leerling ondanks KiVa tóch wordt gepest, dan kan de leerkracht in overleg met de leerling en het KiVa-team besluiten tot het inzetten van de steungroepaanpak. Ook deze werkvorm - die gelijkenissen vertoont met de No Blame aanpak - wordt in de KiVa-handleiding uitgebreid behandeld. Op die manier kunnen KiVa-scholen de steungroepaanpak zelfstandig inzetten.
Bij de steungroepaanpak wordt het stoppen van pesten de gezamenlijke verantwoordelijkheid van een select groepje leerlingen. Dit groepje wordt zorgvuldig samengesteld en bestaat uit ongeveer 6 tot 8 leerlingen. Het is namelijk belangrijk dat naast de pesters en de assistenten er ook leiders, prosociale kinderen (verdedigers) en neutrale kinderen (buitenstaanders) in het groepje komen.
Het doel van de steungroepaanpak is dat het pesten stopt en de leerling zich weer prettig voelt. Binnen de groep worden duidelijke afspraken gemaakt. Ieder lid van de steungroep wordt als groepslid verantwoordelijk voor het verbeteren van de situatie van het gepeste kind. De steungroep moet gezamenlijk concrete voorstellen bedenken hoe ze er voor kunnen zorgen dan de leerling zich weer prettig gaat voelen op school. Na ongeveer een week wordt er met de gepeste leerling een evaluatiegesprek gevoerd om te achterhalen hoe de leerling zich voelt en te analyseren of de situatie is verbeterd. Vervolgens wordt er ook met de steungroep een evaluatiegesprek gevoerd: zijn alle afspraken nagekomen en is de situatie opgelost?